Gepubliceerd op 30-04-2019

BAKKER, PATRICK

betekenis & definitie

BAKKER, PATRICK - Geb. 12 November 1910 te Apel¬doorn. Overleden 28 December 1932 te Amsterdam.

Werkte vanaf September 1928 te Amsterdam op het atelier van Grauss (houtskool en pastel). Leerling in 1930 van Martin Monnickendam te Amsterdam. Schil¬deren en teekenen in Zierikzee, langs de Zuiderzee. Najaar 1931 bezoek aan Parijs, werkte in de Grande Chaumière, werd zonder examen door Lucien Simon toegelaten op de Academie aldaar. Parijsche teekeningen. Bereisde Engeland, Frankrijk, Duitschland, bezocht Venetië.

Overleed vrij plotseling als gevolg van een zwakke gezondheid. Veel belovende jonge meester ging te vroeg heen. Onderwerpen Stilleven, portret, binnen- en buitenlandsche stadsgezichten. Litteratuur Maandblad „Beeldende Kunst" Nov. 1933. „Elsevier" Januari 1934 door Jos de Gruyter. „De Kunst" April 1934. Speciaal nummer „Beeldende Kunst" Juni 1935 door H. P. Bremmer, „Op de Hoogte" Juni 1935 door Dr. A. B. de Vries.

Tentoonstellingen Kunstzaal Goudstikker, April 1934, Museum Boymans, April 1936. Sted. Museum, Amsterdam. Universitair Lustrum 1937. Werk in Museum Boymans te Rotter¬dam.

< >