Apfelstrudel is een gebakje met een hele dunne laag deeg, plakjes appel en rozijnen. De bovenkant wordt vaak versierd met een laag poedersuiker of een flinke dot slagroom.
Men serveert de apfelstrudel op verschillende manieren. Soms met enkel een laagje poedersuiker, soms met een beetje slagroom en soms met een bolletje vanille-ijs of warme vanillesaus. Het gebak kan zowel koud als warm gegeten worden. De apfelstrudel komt oorspronkelijk uit Oostenrijk, waar het nog steeds erg populair is. Men maakt de apfelstrudel door een stuk elastisch deeg uit te rollen. Vervolgens plaats men op een kleine strook de stukken appel en rolt men het deeg op. Hierdoor ontstaan er luchtige laagjes deeg tussen de appels en rozijnen. Men bedekt maar een deel van het deeg met de appels, omdat het deeg anders niet overal gaar wordt. Na het bakken wordt de apfelstrudel in kleine stukken gesneden en geserveerd.
