De Algemene Begraafplaats (Blekerij) ligt op de Blekerij aan de Bogaardenstraat. Deze eerste stedelijke begraafplaats bevond zich aan het begin van de Franse Tijd in het stadscentrum, naast het kloosterkerkhof van de kapucijnen tussen de kazernes van de cavalerie, de Capucijnenstraat en de Maagdendries.
De plaats was ongeschikt omdat het te klein was voor een stad van meer dan achttienduizend inwoners met jaarlijks zeshonderd begravingen en het gehele jaar door drassig was. Bovendien was er gevaar voor besmetting van de omwonenden. In 1800 moest de burgemeester het in 1798 verboden begraven op de kerkhoven bij de kerken weer toestaan vanwege het gebrek aan een alternatief.