Albertkanaal. Genoemd naar koning Albert I van België (+ 1934).
Het kanaal werd gegraven aan de linkeroever van de Maas tussen Luik en Antwerpen (1930-1939) als tegenhanger van het Julianakanaal aan de rechteroever van de rivier. De aanleg sneed de oude landwegen af naar de dorpen aan de westkant van Maastricht, zoals Zichen, Montenaken en Veldwezelt. Naast de economische betekenis - verbeterde scheepvaartverbinding tussen het industriële gebied van Luik en de zeehaven van Antwerpen, bevordering van de industrie in het kanaalgebied - had het kanaal, dat was versterkt met bunkers, oorspronkelijk ook een strategische betekenis: het diende als tankgracht tegen een aanval uit het oosten en als vervanging van de Maaslinie; zie Eben-Emael, fort.
