Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dysartrie

betekenis & definitie

(v.), spraakstoornis tg.v. een laesie in het centrale of perifere zenuwstelsel Voorkomende symptomen zijn: articulatie-, adem- en stemproblemen (dysartmpneumofonie), dys.prosodie en traag spreektempo. Dysartrie treedt over het algemeen op in combinatie met dysmassesie en dysfagie;

bulbaire ~, slappe dysartrie tg.v. een aandoening in de bulbus (beschadiging in één van de volgende hersenzenuwkemen: V, VII, IX, X en XII). Het betreft een slappe verlamming van spraakorganen zoals onderkaak, lippen, gehemelte, tong en larynx. De spraak wordt gekenmerkt door een moeizame onduidelijke articulatie, open neusspraak en heesheid;

centrale ~, dysartrie tg.v. laesies van de centrale banen tot voor de bulbaire kernen. De gehele spraakmotoriek wordt verstoord;

cerebellaire ~, syn. atactische dysartrie; dysartrie tg.v. een laesie in het cerebellum, waardoor de coördinatie gestoord is. Er is sprake van gescandeerde spraak, afwijkingen in de ademhaling, de fonatie, de articulatie en de prosodie. De resonantie is gewoonlijk niet gestoord;

extra-pyramidale ~, dysartrie tg.v. stoornissen in het extra-pyramidale systeem. Afhankelijk van de stoornis in het extra-pyramidale systeem ontstaan er verschillende spraakstoornissen; hieronder vallen onder meer de vjekte van Parkinson, charta, athctose en ballisme,

gemengde ~, dysartrie tg.v. laesies in multiple systemen, dit geeft een mengvorm van 2 of meer dysartrie-vormen, b.v.: A.L.S. (bulbaire- en pseudobulbaire dysartrie), M.S. (cerebellaire-, pseudobulbaire- en bulbaire dysartrie) en de spekte van Wilson (extra-pyramidale-, cerebellaire- en pseudobulbaire dysartrie); byperJdnedscbe ~, syn. hyperkinetisch-hypotoon (dystoon) syndroom; dysartrie tg.v. een stoornis in het striatum en de nucleus subthalamicus van het extrapiramidale systeem;

bypoldnedsche ~, syn. hypokinetisch-hypertoon (rigide) syndroom; dysartrie tg.v. een stoornis in de globus pallidus en/ of de substantia nigra in het extrapiramidale systeem. De spraak wordt gekenmerkt door snel, hypofoon en monotoon spreken, b.v. parkinsonisme,

mononeuropatische syn. paralytische dysglossie; dysartrie tg.v. het uitvallen van één enkele zenuw of één enkel zenuwpaar, b.v.: nervus fadalis, hypoglossus en vagus;

musculaire ~, → myogene dysartrie;

myogene ~, syn. musculaire dysartrie; slappe dysartrie tg.v. een primaire aandoening van de spier met een secundaire degeneratie van de motorische zenuw. Over het algemeen is de bijbehorende spraak langzaam, zacht en onduidelijk. Komt o.a. voor bij myastheniagravispseudo-paraiytica;

perifere ~, dysartrie waarbij de verlamde zenuw de dysartrische symptomen bepaalt;

post-contusionele ~, dysartrie tg.v. een contusio cerebrr, de vorm van dysartrie is afhankelijk van de plaats van het letsel;

pseudo-bulbaire ~ spastische dysartrie tg.v. een dubbelzijdige laesie in de centrale motorische neuronen. De stoornissen betreffen in het algemeen de spieren van gelaat, tong en farynx. Opvallend hierbij is de staccato spraak, onduidelijke articulatie, heesheid en een langzaam spreektempo;

pyramidale ~, dysartrie tg.v. een laesie in de pyramidebaan, waardoor er grove, hyper-tonische en spastische bewegingen van gezichts- en articulatiemusculatuur ontstaan.

< >