afk. van Analyse Van Individualiseringsvormen; de (negen) niveau die worden gebruikt voor het weergeven van de technische leesvaardigheid van een kind;
~ -kaart diagnostische methode gebaseerd op de AVI niveaus waarbij een verhaaltje moet worden gelezen en waarbij wordt gelet op de tijd (kwantiteit) en het aantal fouten (kwaliteit). De normering wordt als volgt uitgedrukt: b= beheerst, i= instructie en f= frustratie. Wanneer het niveau m.b.v. de AVI-kaarten is bepaald, kan het kind gaan oefenen met de leesboekjes die behoren bij het betreffende niveau.