Nederlands romanschrijfster; pseudoniem voor Jenneke Strijland (1949-2013). Zij studeerde Nederlands en werkte enige tijd als lerares. In verband met het werk van haar partner verhuisde ze in 1983 naar Wenen, waar ze begon te schrijven. In 1990 debuteerde ze met de verhalenbundel De waterdame.
In 1991 volgde de korte roman Oesters, over de relatie van een jonge vrouw met een veel oudere man. In Rico’s vleugels (1993) laat een oude man zich nog eenmaal verleiden door de charmes van een jongen, wat fataal afloopt. Het leven van deze man en zijn vrouw wordt beheerst door hun passie voor schelpen. Zulke fascinaties of zelfs obsessies komen ook voor in de volgende boeken van Peper: voor de laatste Russische tsaar (Russisch blauw, 1995), het bouwen van sierconstructies (Een Spaans hondje, 1998), de jacht op een uitgestorven vissoort (Dooi, 1999), een verdronken vriendin (Wie scheep gaat, 2003) of een schilderij (Verfhuid, 2005).
Overige werken o.a.
1992 Oefeningen in manhaftigheid (verhalen)
2008 Vingers van marsepein (roman)
2009 Zwartwaterkoorts (verhalen)
2011 Vossenblond (roman)
2013 Handel in veren (roman)
