Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

expressionisme kunst

betekenis & definitie

Simplificerend zou je het verschil realisme-impressionisme-expressionisme als volgt kunnen weergeven: de realist schildert een herkenbare oude bedelaar, de impressionist een meelijwekkend verkommerd mens, de expressionist schildert armoede.

Een van Marcs beroemdste schilderijen is De toren der blauwe paarden (1912; privé verzameling). De titel geeft al aan dat dit onmogelijk een uitbeelding van de werkelijkheid kan zijn: er bestaan geen blauwe paarden. Wat Marc wil is de gratie en de kracht van paarden laten zien. Daartoe geeft hij ze on­natuurlijke kleuren, vervormt hun hoofden tot hoekige vlakken en tekent ze zo boven elkaar dat er als het ware een toren van paarden ontstaat. De realiteit is hier dus gedeformeerd ten behoeve van wat de kunstenaar wil uitdrukken. Tegelijk worden de zachte pasteltinten van het impressionisme vervangen door hardere en contras­terende kleuren en worden de vage contouren scherper. Hoe sterker deze deformaties zijn, hoe moeilijker het is iets realistisch op het schilderij te onderscheiden. Ten slotte kan dit overgaan in abstracte of non-figuratieve kunst, waar elke herkenbaarheid is verdwenen en het schilderij alleen nog bestaat uit vormen en kleuren.

De expressionistische schilderkunst bloeide in Frankrijk en vooral in Duitsland. In Frankrijk wordt het expressionisme fauvisme genoemd (naar ‘fauve’, wild dier); de voornaamste vertegenwoordigers zijn Henri Matisse (1869-1954) en Georges Rouault (1871-1958). In Duitsland waren er twee groepen: Die Brücke (vanaf 1905) te Dresden, die zich sterk liet inspireren door de hoekige vormen van de Afrikaanse negerkunst, en Der blaue Reiter (vanaf 1911) te München. Tot de eerste groep behoorden o.a. Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938), Erich Heckel (1883-1970) en gedurende enige tijd Emil Nolde (1867-1956); tot de tweede de uit Rusland afkomstige Vasili Kandinski (1866-1944), de Zwitser Paul Klee (1879-1940) en Franz Marc (1880-1916). Buiten deze twee groepen werkten o.a. Max Beckmann (1884-1950) en Os­kar Kokoschka (1886-1980). De grootste expressionistische beeldhouwers zijn Ernst Barlach (1870-1938) en Käthe Kollwitz (1871-1947).