Gepubliceerd op 30-07-2017

Sabra en Chatilla, Bloedbad in (16-18 september 1983)

betekenis & definitie

Moordpartij in Palestijnse vluchtelingenkampen in West-Beiroet tijdens de Libanese burgeroorlog.

Om een eind te maken aan terroristische acties vanuit het door burgeroorlog verscheurde Libanon, begon het Israëlische leger in juni 1982 een invasie in Zuid-Libanon. Op 15 september 1983 trokken Israëlische eenheden het door islamieten beheerste West-Beiroet binnen. In dat stadsdeel lagen de grote Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatilla. Op 16 september werden de kampen door de Israëli's omsingeld. Met Israël bevriende christelijke milities zouden de kampen vervolgens doorzoeken. Die zogeheten Falangisten trokken op 16 september om zes uur 's avonds de kampen binnen. Op 18 september, 's morgens om acht uur, verlieten de laatste Falangisten de kampen. Functionarissen van het Rode Kruis en journalisten ontdekten vervolgens grote aantallen lijken van Palestijnse vluchtelingen. Tussen de zeven- en achthonderd mannen, vrouwen en kinderen waren door de milities vermoord.

Toen deze feiten bekend werden, brak een storm van kritiek tegen de Israëli's los. Israël werd ervan beschuldigd de moordpartij oogluikend te hebben toegestaan. Een officiële Israëlische onderzoekscommissie constateerde dat Israëlische officieren signalen dat er iets mis was, hadden genegeerd. Bewuste opzet kon niet worden bewezen. De betrekkingen tussen Palestijnen en de staat Israël bereikten een dieptepunt.