De laatste keizer van China (1908-12).
Pu Yi volgde in 1908 zijn oom Kuang-Hsu op en werd daarmee de tiende keizer van de Mantsjoe-dynastie. Vanwege zijn jeugdige leeftijd stond hij onder het regentschap van zijn vader. De Chinese revolutie van 1911 maakte een eind aan het Chinese keizerschap. In 1912 moest de keizerin-moeder de troonsafstand ondertekenen. Pu Yi bleef in het keizerlijk paleis wonen. Op 1 juli 1917 werd hij door monarchisten in zijn functie hersteld. Deze regeerperiode duurde echter slechts twaalf dagen. Toen de Guomindang in 1924 Peking bezette, werd zijn titel afgeschaft. Hij zocht bescherming in de Japanse wijk van Tianjin. Hier sneed hij zijn (haar)staart af en noemde zich Henry Pu Yi.
Pu Yi vertrok in 1931 naar Mantsjoerije, waar hij een jaar later staatshoofd van de Japanse vazalstaat Mantsjoekwo werd. In 1934 liet hij zich onder de naam Kang Te door de Japanners tot keizer van Mantsjoekwo uitroepen. Alle macht berustte echter bij de Japanse militairen. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij door het oprukkende Sovjetleger gevangengenomen en naar Siberië gestuurd. In 1950 werd Pu Yi aan China uitgeleverd, waar hij opnieuw in de gevangenis belandde. Na een heropvoeding kwam hij in 1959 vrij. Pu Yi bleef tot zijn dood een voorbeeldig onderdaan van het communistisch geworden China.
Gepubliceerd op 13-06-2017
Pu Yi, Aisin Gioro (1906-67)
betekenis & definitie