Gepubliceerd op 13-06-2017

Pius XII (Eugenio Maria Giuseppe Giovanni Pacelli, 1876-1958)

betekenis & definitie

Paus (hoofd van de rooms-katholieke Kerk) van 1939-58.

Pacelli was afkomstig uit een aristocratische familie. In 1898 rondde hij zijn theologiestudie in Rome af. In 1899 werd hij tot priester gewijd. Tot 1902 studeerde Pacelli rechten. Vervolgens kwam hij in dienst van het Vaticaan. In 1917 ging aartsbisschop Pacelli als pauselijk nuntius naar München. Later diende hij ook in Berlijn. In 1929 werd Pacelli kardinaal. Als de minister van Buitenlandse Zaken van Vaticaanstad reisde hij in de jaren dertig door Latijns-Amerika en de Verenigde Staten. Na de dood van Pius XI in 1939 werd Pacelli in 1939 tot paus Pius XII gekozen.

Door de vijandige houding van het regime van Mussolini tegenover het Vaticaan (de pauselijke residentie), nam Pius XII ondanks zijn afkeer van het fascisme tijdens de oorlogsjaren een neutrale houding aan. Hij schreef een aantal encyclieken (pauselijke zendbrieven), waarin hij diverse religieuze en kerkelijke zaken uiteenzette. Pius XII verzuimde echter de jodenvervolging door de nazi's aan de kaak te stellen, hetgeen hem na de oorlog door velen kwalijk werd genomen. Naar later is gebleken had zijn voorganger Pius XI een encycliek laten voorbereiden waarin racisme en antisemitisme wél werden veroordeeld. Pius XII heeft die passages niet gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog waarschuwde hij voor het gevaar van het oprukkende communisme en dreigde hij priesters die zich bij een communistische partij aansloten met excommunicatie.

< >