Gepubliceerd op 30-07-2017

Macedonië

betekenis & definitie

Voormalige deelrepubliek van Joegoslavië; sinds het najaar van 1991 een onafhankelijke staat.

Macedonië was in de Oudheid de geboortegrond van Alexander de Grote (356-321 v.Chr.). In 1371 werd Macedonië door de Turken veroverd. In 1893 ontstond de Binnenlandse Macedonische Revolutionaire Organisatie (IMRO). De nationalistische IMRO bestond uit Macedoniërs in en buiten Macedonië, die zich tegen de Turkse overheersers keerden. De door intellectuelen gestichte organisatie kreeg veel steun onder de boeren. Als gevolg van de Balkanoorlogen (1912-13) werd Macedonië opgedeeld tussen Griekenland, Servië en Bulgarije. Na de Eerste Wereldoorlog werd Bulgarije gedwongen het grootste deel van Macedonië aan Griekenland af te staan, en aan de nieuw gevormde staat Joegoslavië.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heroverde Bulgarije de in Griekenland en Joegoslavië gelegen Macedonische gebieden. In 1945 werd de oorspronkelijke verdeling van Macedonië echter weer hersteld. Joegoslavisch-Macedonië kreeg binnen Joegoslavië een autonome status. De Sovjetunie probeerde via satellietstaat Bulgarije tevergeefs de Macedonische separatisten tegen het centrale Joegoslavische gezag op te zetten.

Bij het uiteenvallen van Joegoslavië aan het begin van de jaren negentig staken ook in Macedonië nationalistische sentimenten de kop op. Op 8 september 1991 koos de meerderheid van de Macedoniërs in een referendum voor afscheiding van Joegoslavië. Het referendum werd geboycot door de Albanezen, die drieëntwintig procent van de bevolking uitmaakten, en tegen afscheiding van Joegoslavië waren. Griekenland was zeer verbolgen over de keuze van de naam Republiek Macedonië door de kort na het referendum onafhankelijk geworden Joegoslavische deelrepubliek. Volgens de Grieken mocht alleen het Griekse deel van Macedonië deze naam voeren. Macedonië werd hierdoor een splijtzwam binnen de Europese Unie (EU). Zes landen van de EU gingen daardoor pas op 16 december 1993 tot erkenning van Macedonië over onder de naam Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de andere lidstaten volgden later. Griekenland kwam in zijn verzet tegen de naam Macedonië alleen te staan. Op 16 februari 1994 begon Griekenland een handelsembargo tegen `de republiek Skopje', zoals Macedonië door de Grieken steevast werd aangeduid. Langs de grens tussen beide landen was de situatie zeer gespannen, en kwam het enkele malen tot kleine schermutselingen. Escalatie van het conflict werd mede dankzij de aanwezigheid van een kleine VN-vredesmacht voorkomen. De Grieken bleven zich tot het najaar van 1995 verzetten tegen de als een bedreiging voor de territoriale eenheid van Griekenland beschouwde Macedonische staat.

In Macedonië vormen minderheden van Albanezen, Turken, Serviërs en Roemenen ongeveer driëendertig procent van de bevolking. Op 14 oktober 1994 werden presidentsverkiezingen gehouden, die werden gewonnen door Kiro Gligorov, die al sinds 27 januari 1991 president was. De parlementsverkiezingen voor de honderdtwintig zetels van de Sobranje werden een overwinning voor de Alliantie van Macedonië (SM), die uit drie partijen bestond, en 95 zetels behaalde. De verkiezingen werden ontsierd door een groot aantal frauduleuze handelingen.