Gepubliceerd op 30-07-2017

Kaunda, Kenneth David (1924)

betekenis & definitie

Vrijheidsstrijder in Rhodesië, daarna president van Zambia (1964-91).

Kenneth Kaunda is de zoon van een lerarenechtpaar. Zijn moeder was in Rhodesië de eerste autochtone vrouw die voor de klas stond. Kaunda volgde het voorbeeld van zijn ouders. Hij was in de jaren veertig leraar in Noord-Rhodesië en in Tanganyika. Zijn politieke carrière begon met een adviserende functie (Afrikaanse zaken) bij een blank parlementslid.

In 1949 werd Kaunda lid van het African National Congress (ANC, Afrikaanse Nationale Congres). Vier jaar later werd hij secretaris-generaal van deze onafhankelijkheidsbeweging. In 1957 stapte hij uit het ANC en stichtte het Zambiaans Afrikaans Nationaal Congres. Deze organisatie werd in 1959 door het blanke bewind van Noord-Rhodesië verboden. Ondanks de geweldloze wijze waarop hij oppositie voerde, belandde Kaunda in de gevangenis. Door zijn gevangenschap werd hij een held voor de zwarte bevolking.

In 1960 kwam Kaunda vrij. Hij werd de leider van de United National Independence Party (UNIP, Verenigde Nationale Onafhankelijkheidspartij), die door zijn medestrijders tijdens zijn gevangenschap was opgericht. De invloed van de UNIP groeide snel. Kaunda werd in januari 1964, de maand waarin Noord-Rhodesië autonomie kreeg van de Britten, minister-president. Op 24 oktober 1964 werd Zambia een zelfstandige staat met Kaunda als president.

Kaunda maakte van Zambia een socialistische staat waarin de UNIP vanaf 1973 de enige toegestane partij was. De president was een groot voorvechter van het panafrikanisme en van geweldloos verzet. Als bemiddelaar in de onafhankelijkheidsstrijd in Mozambique en in het conflict tussen de frontlijnstaten en de blanke minderheidsregimes in Zuid-Afrika, Rhodesië en Zuidwest-Afrika speelde hij een belangrijke rol. Verder was Kaunda geruime tijd voorzitter van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE).

In de jaren zestig profiteerde Zambia van de welvaart die de koperexport bracht. In de jaren zeventig begon de prijs van koper echter sterk te dalen, waardoor de Zambiaanse economie ineenzakte. Dit veroorzaakte instabiliteit die Kaunda tot politieke concessies dwong. De Zambiaanse bevolking verzette zich tegen de harde besnoeiingen op de overheidsuitgaven, waartoe het Internationaal Monetair Fonds het land dwong in ruil voor leningen.

In 1990 kondigde Kaunda een nieuwe grondwet met een meerpartijenstelsel aan. Bij de eerste verkiezingen met meer partijen sinds 1968 werd op 31 oktober 1991 Frederick Chiluba met vijfenzeventig procent van de stemmen tot president gekozen. Chiluba's Movement for Multiparty Democracy (MMD, Beweging voor Meerpartijendemocratie) won tevens 125 van de 150 parlementszetels. Kaunda moest zijn positie als president opgeven.