Gepubliceerd op 30-07-2017

Jeltsin, Boris Nikolajevitsj (1931)

betekenis & definitie

Sovjetpoliticus; de eerste leider van het onafhankelijke Rusland na het uiteenvallen van de Sovjetunie; president van de Russische Federatie sinds 29 mei 1990.

Boris Jeltsin werd geboren in Sverdlovsk, het vroegere (en latere) Jekaterinenburg. Hij werkte in de bouwnijverheid. Jeltsin werd in 1961 lid van de Communistische Partij van de Sovjetunie (CPSU); zeven jaar later trad hij volledig in dienst van de partij. In 1976 werd hij eerste secretaris van het Centraal Comité van het district Sverdlovsk. In 1984 maakte hij zijn entree in de landelijke politiek als lid van de Opperste Sovjet. Een jaar later werd hij chef van een afdeling van het Centraal Comité van de landelijke partij, namelijk het departement voor de bouw. Eind december 1985 volgde zijn benoeming tot eerste secretaris van het partijcomité van Moskou, waardoor hij als de partijleider van Moskou kon optreden. Begin 1986 werd hij kandidaat lid van het Politbureau. In 1987 kwam Jeltsin in botsing met de leiding van de CPSU vanwege de kritiek op de `werkstijl van leidende partijorganen en op het tempo van de hervormingen'. Hij ontwikkelde zich tot een tegenpool van partijleider Michail Gorbatsjov. Volgens Jeltsin belemmerde Gorbatsjov het proces van perestrojka en blokkeerde hij de politieke ontwikkeling van de verschillende republieken binnen de Sovjetunie. Jeltsin werd uiteindelijk van zijn post in Moskou ontheven.

In maart 1989 werd Jeltsin met bijna negentig procent van de stemmen tot afgevaardigde van Moskou gekozen in het eerste Congres van Volksafgevaardigden, dat door Michail Gorbatsjov was ingesteld. Op 29 mei 1990 won Jeltsin de verkiezingen voor het presidentschap van de Opperste Sovjet van de Russische republiek. Deze verkiezing was een klap in het gezicht van Gorbatsjov die tevergeefs had geprobeerd zijn kandidatuur tegen te houden.

Toen Jeltsin eenmaal was gekozen, probeerde Gorbatsjov tot werkbare verhoudingen te komen. Jeltsin wilde echter een eigen koers voor Rusland, desnoods tegen de wensen van het Kremlin in. Hij werd de voornaamste tegenpool van de partijleider. Toen in de loop van 1991 de ster van Gorbatsjov snel daalde, ontwikkelde Jeltsin zich tot de belangrijkste politicus in de voormalige Sovjetunie. De definitieve ommekeer kwam door de augustuscoup van 1991 van een aantal conservatieve politici tegen Gorbatsjov. Jeltsin speelde persoonlijk een grote rol in het succesvolle verzet tegen de coupplegers. Daarmee had hij Gorbatsjov definitief overvleugeld. Onder zijn leiding verklaarde Rusland (Russische Federatie) zich onafhankelijk. Hij nam het initiatief tot de oprichting van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten op 21 december 1991. Vier dagen later werd de Sovjetunie opgeheven.

Jeltsin ontpopte zich als een autoritair regeerder. Hij bruskeerde het Congres van Afgevaardigden door met presidentiële decreten te regeren, waardoor het parlement nauwelijks invloed op de gang van zaken had. In september 1993 werd het Congres van Volksafgevaardigden ontbonden. Kort daarop brak een opstand uit van leden van het Congres; door een bestorming van het Witte Huis, het gebouw van het Russische parlement, werd de opstand neergeslagen. Op 11 en 12 december werden verkiezingen gehouden voor een nieuw parlement, de Federale Assemblée. Ook met dit parlement bleef de samenwerking echter stroef.

De populariteit van Jeltsin daalde in snel tempo. De bevolking was zeer ontevreden over het ineenstorten van de economie. Corruptie en criminele organisaties drukten hun stempel op de Russische samenleving. Ook toen in de loop van 1995 de economie begon te groeien, kwam Jeltsin niet in de gratie terug. Dat bleek duidelijk bij de parlementsverkiezingen van 17 december 1995 toen de communisten met ruim twintig procent van de stemmen de grootste partij in de Doema werden. De kans dat Jeltsin in 1996 als president wordt herkozen, is - mede in verband met gezondheidsproblemen - dan ook zeer gering.