Gepubliceerd op 13-06-2017

Haile Selassie (1892-1975)

betekenis & definitie

Keizer van Ethiopië van 1930-74, behalve tijdens de Italiaanse annexatie van dat land (1936-41).

Haile Selassie was een kleinzoon van keizer Menelik II. Haile Selassie betekent letterlijk `macht der drievuldigheid', zijn eigenlijke naam was Ras Tafari Makonnen. Hij was lid van de Koptische (christelijke) Kerk.

Haile Selassie werd in 1906 gouverneur van de noordoostelijke provincie Sidamo. In 1916 werd hij regent van keizerin Waizera Zaoeditoe (Judith), die hij na haar dood in 1930 opvolgde. Haile Selassie kreeg de titel negusa negast, `koning der koningen'. Na de verovering van zijn land in 1936 door Italië, vluchtte de keizer naar Groot-Brittannië. Toen de Britten in 1941 de Italianen uit Ethiopië hadden verdreven, werd de keizer in zijn waardigheid hersteld.



Haile Selassie probeerde de economie te ontwikkelen en Ethiopië te moderniseren; hij had weinig oog voor sociale problemen. Op het gebied van de buitenlandse politiek toonde hij zich een pleitbezorger van de niet-gebondenheid en was hij een van de oprichters van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE). Haile Selassie bemiddelde regelmatig in conflicten tussen Afrikaanse landen. In 1960 weerstond hij een staatsgreep, die was gericht tegen zijn autocratische regime. In september 1974 maakten militairen een einde aan de corrupte keizerlijke regering. Een jaar later stierf Haile Selassie.