Gepubliceerd op 13-06-2017

Duikbootoorlog

betekenis & definitie

Aanvallen van duikboten (of onderzeeboten) op vijandelijke handels- en oorlogsschepen.

Zowel in de Eerste Wereldoorlog als in de Tweede Wereldoorlog zetten de Duitsers grote aantallen duikboten in om vijandelijke handels en oorlogsschepen uit te schakelen en daarmee de aanvoerlijnen naar Groot-Brittannië af te snijden.

In de Eerste Wereldoorlog leidden onder meer het tot zinken brengen van Britse koopvaardijschepen met Amerikaanse burgers aan boord en het afkondigen van de onbeperkte duikbootoorlog per 1 februari 1917 tot de Amerikaanse deelname aan de oorlog.

Als gevolg van de duikbootoorlog werd de situatie in 1917 voor Engeland zeer nijpend. Een op de vier schepen die de Engelse havens verliet werd getorpedeerd. Door onvoldoende aanvoer van Noorse mijnstutten stagneerde de kolenproductie; op een gegeven moment was er nog maar voor zes weken voorraad. Pas in de loop van 1917 slaagde de Britse premier David Lloyd George erin de Britse admiraliteit van het nut van een konvooisysteem te overtuigen. Britse oorlogsschepen beschermden voortaan groepen handelsschepen tegen aanvallen van onderzeeërs. Bij de invoering van dit systeem was Jellicoe, de vroegere admiraal van de Grand Fleet betrokken. De verliezen aan schepen liepen toen snel terug.

In de Tweede Wereldoorlog werd de duikbootoorlog nog intensiever gevoerd dan in de Eerste Wereldoorlog. In de eerste maanden van 1942 bereikte deze strijd zijn hoogtepunt, toen honderdduizenden tonnen geallieerde scheepsruimte door Duitse onderzeeboten (U boote) tot zinken werden gebracht. Betere begeleiding van konvooien en geperfectioneerde opsporingsapparatuur zorgden in 1943 voor een ommekeer in de strijd op zee.

Ook de Japanners en de geallieerden gebruikten in de Tweede Wereldoorlog duikboten, maar op een veel kleinere schaal dan de Duitsers.