Libanees politicus; president van 1952-58.
Camille Chamoun was afkomstig uit een maronitische familie; de maronieten vormden een christelijke gemeenschap van Syrische afkomst. Chamoun studeerde rechten in Beiroet. In 1934 maakte hij als lid van het parlement zijn entree in de politiek. Chamoun streefde naar een christelijke staat Libanon, met goede betrekkingen met de moslims. Hij bekleedde verschillende ministersposten en was na het bereiken van de onafhankelijkheid ambassadeur van zijn land in Engeland (1945-47). In september 1952 won Chamoun de presidentsverkiezingen. Hij zette tegenstanders uit linkse kringen buitenspel. In 1956 vervreemdde hij zich van een deel van de moslimbevolking door in te stemmen met de Brits-Franse interventie in Egypte (Suez-crisis). Een interventie van Amerikaanse mariniers voorkwam een burgeroorlog in Libanon (Eisenhower-doctrine). Chamoun oordeelde het onder deze omstandigheden verstandig zich niet als president herkiesbaar te stellen.
In de jaren daarna verzette Chamoun zich tegen de groeiende macht van de Palestijnen in Libanon. Toen in 1975 de Libanese burgeroorlog alsnog losbarstte, stond hij aan het hoofd van een van de strijdgroepen, waarbij hij werd gesteund door Israël. Chamoun nam aan verschillende regeringen deel; een van zijn politieke doelen was het voorkomen van een Syrische overheersing van Libanon. In 1983 en 1984 was hij bij twee mislukte verzoeningsconferenties in Zwitserland betrokken. Gaandeweg begon hij in te zien dat een oplossing voor Libanon wellicht niet haalbaar was. Op 7 januari 1987 ontkwam hij ternauwernood aan een moordaanslag; zeven maanden later overleed hij aan een hartaanval.