De visie van Sovjetleider Brezjnev op de status van de landen van het Oostblok.
Bevriende communistische landen dienden in de ogen van Brezjnev slechts een beperkte soevereiniteit te bezitten. Hun buitenlandse politiek moest op die van de Sovjetunie zijn afgestemd. Afwijkend politiek handelen werd niet geaccepteerd. De aanleiding tot deze aanscherping van de Sovjetpolitiek tegenover de satellietstaten was de Praagse Lente. Troepen van het Warschaupact maakten in augustus 1968 hardhandig een eind aan een politieke liberalisering in Tsjechoslowakije.