Grieken: 1) zijn de bevolking van Griekenland; 2) is de aanduiding voor de cultuurperiode in het oude Griekenland van ± 800 - ± 50 v. Chr.; men onderscheidt archaïsche periode ± 700 - ± 500 v. Chr., klassieke periode ± 500 - ± 325 v. Chr., hellenisme ± 325 - ± 14 na Chr.; in deze perioden is de menselijke figuur in de kunstuitingen het middelpunt en staat het aardse leven centraal (ook hun goden zijn menselijk); materialen zijn steen, brons en aardewerk (schilderingen waren beroemd maar bestaan niet meer); de grote harmonie van de Griekse kunst blijkt uit de juiste verhoudingen, maten, symmetrie en tegelijk het zoeken naar natuurlijkheid en beweging (2), het samengaan van ideaal en werkelijkheid.
Lexicon voor de kunstvakken
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)