Binnen een dansvorm of danssoort kunnen verschillende stijlen bestaan; een stijl (4) hoort bij een bepaalde dansvorm of danssoort, omdat het de algemene, essentiële kenmerken deelt; daarbij heeft een dansstijl weer specifieke kenmerken die het een eigen karakter geeft; met een stijl kan a) een danstechniek aangeduid worden; b) een herkenbare manier van choreografisch werken; c) de manier waarop een individuele danser een choreografieuitvoert; in Nederland worden de begrippen dansgenre en dansstroming ook gebruikt om een ontwikkeling binnen een dansvorm of danssoort aan te duiden; bijv. de moderne dans onderscheidt zich in algemene kenmerken (voeten, armposities, lichaamshouding) van de klassieke dans, binnen de moderne dans bestaan weer verschillende stijlen (Duncanstijl, Europees modern, Grahamtechniek).
Lexicon voor de kunstvakken
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)