Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Zuid Limburg

betekenis & definitie

Het reliëfrijke zuiden van de provincie Limburg maakt deel uit van een vrijwel geheel belösste zone heuvelland, die grotendeels in België en Duitsland is gelegen. Internationaal gezien lijkt de voor ons land unieke natuurlijke gesteldheid van het gebied dus niet zo bijzonder. Zuid Limburg onderscheidt zich echter doordat de Maas er herhaaldelijk en telkens op een lager niveau terrassen vormde. Aanwezigheid van veel étages omvangrijke terrassen is wel karakteristiek voor de grote rivierdalen van meer bergachtige gebieden als de Ardennen en Eifel. Meer kenmerkend voor zulke gebieden is trouwens ook de opmerkelijke geomorfologische ge­steldheid van de niet direct door de Maas beïnvloede en lössarme hogere delen van Zuid Limburg. Het heuvelland van Limburg vertoont al met al dus nogal wat trekken van de nabije middelgebergten.

Het heuvelland van Zuid Limburg werd, nadat het in de Romeinse Tijd vrij dicht bevolkt was geraakt, bijna geheel verlaten. In de Vroege Middeleeuwen heeft men een groot deel van het gebied echter weer voor de landbouw in gebruik genomen en begon het cultuurland zijn tegenwoordige structuur te verkrijgen. Karakteristiek hiervoor is dat de vochtige dalbodems en voor bodemerosie gevoelige dalflanken als grasland, doch de hooggelegen vrij vlakke gebieden tussen de dalen tevens als akkerland in gebruik zijn.
De nederzettingen vinden we op en bij de vanouds als weiland bruikbare gronden, dus vooral onderin, op de flanken van of bovenlangs de dalen. In verband met deze situering waren de nederzettingen oorspronkelijk veelal langgerekt.
Onderin het Maasdal ontstond al vroeg een flinke stad, terwijl de afgelopen eeuw onder invloed van ondergrondse steenkolenwinning ook in het noorden en noordoosten van het gebied een sterke verstedelijking mogelijk werd.