Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Heuvelland van Zuidwolde

betekenis & definitie

Een naar het er flink uitgegroeide Zuidwolde genoemde, heuvelachtige streek aan de zuidrand van het uitgestrekte Drents Plateau. Enkele afzonderlijke hooggelegen gebieden hebben er hun relief mede te danken aan de Scandinavische landijs massa's, die meer dan honderdduizend jaar geleden een groot deel van Nederland overdekten.

Verreweg het grootste hooggelegen gebied is dat waarop Zuidwolde zelf is gelegen. Het vormt een noord-zuid georiënteerde gordel van tien kilometer lengte en bijna vier kilometer breedte, waarop behalve het dorp Zuidwolde ook de buurtschappen Ten Arlo, Drogt, Bazuin en Nolde ontstonden.
Binnen het grotere geheel van de gordel kunnen een aantal evenwijdige ruggen worden onderscheiden. Hiervan strekt de meest oostelijke zich over de totale lengte van het gebied uit. Hij wordt daarbij aan zijn zuidelijk uiteinde door een soort terras geflankeerd. De hier en daar bijna zes meter hoge rug reikt tot bijna 17 meter boven N.A.P.
Grote delen van de hoogten zijn vanwege het voorkomen van vruchtbare keileem in de ondergrond al eeuwen geleden ontgonnen. Daarbij noemde men de voor akkerbouw geschikte gronden essen. De oudere boerderijen vindt men veelal onderlangs deze essen, die er zelfs min of meer door kunnen zijn omgeven. Voorbeelden van laatstgenoemde situatie tonen ons de buurtschappen Drogt en Bazuin.