Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Drechtstreek

betekenis & definitie

Een sterk verstedelijkt gebiedje langs de benedenrivieren, waar de naam van enkele kernen met het achtervoegsel drecht eindigt. Met een drecht bedoelde men vroeger zowel een veerverbinding als een bevaarbaar water. Van enkele waterlopen werd deze aanduiding zelfs de (gedeeltelijke) eigennaam. Voorbeelden zijn de westelijk van Mijdrecht te vinden Kromme Mijdrecht, Holendrecht bij Abcoude en ten dele verdwenen "zuivere" Drecht tussen de Vecht en Nieuw Loosdrecht.

Verreweg de grootste plaats van het gebied is de oude stad Dordrecht, waartegenover de sterk verstedelijkte voormalige dijklintdorpen Zwijndrecht, Papendrecht en Sliedrecht zijn gelegen. Dichter bij Rotterdam wordt het eveneens sterk verstedelijkte Barendrecht niet tot de streek gerekend. In het noordwesten van het gebied vergroeit Hendrik Ido Ambacht thans met Zwijndrecht. De dichtbevolkte Drechtstreek telt zo'n 250.000 inwoners.