(1893-1968) Engels kunsthistoricus, dichter en criticus, was assistent-conservator van het Victoria and Albert Museum te Londen (1922-’33) en hoogleraar. Hij is voornamelijk bekend door zijn vele publikaties over literatuur, sociologie en beeldende kunst, o.a.
The meaning of art 1931 (Kunst zien en begrijpen) en icon and idea 1955. Daarnaast schreef hij gedichten, o.m. gebundeld in Naked warriors 1919, The end of a war 1933 en Moon's farm 1956, en autobiografisch werk, waartoe behoren The innocent eye 1933, The green child 1947 en The contrary experiences 1963.