Lexicon Internationale auteurs

Josien Moerman (1985)

Gepubliceerd op 16-08-2021

Fjodor michajlovitsj dostojevski

betekenis & definitie

(1821-1881) Russisch schrijver, brak zijn militaire loopbaan af voor een literaire. Hij werd vanwege zijn lidmaatschap van een revolutionaire organisatie ter dood veroordeeld (1849), welk vonnis werd omgezet in vier jaar dwangarbeid.

Wegens epilepsieaanvallen werd D. ontslagen. Van 1867-71 verbleef hij vanwege schulden na een faillissement met zijn tweede vrouw in het buitenland. Centraal thema in zijn psychologische romans is de strijd tussen goed en kwaad en het probleem van het al dan niet bestaan van God. Ze worden gekenmerkt door een 'toneelgebouw': veel dialogen, concentratie van plaats en tijd en weinig natuurbeschrijvingen. Bekend zijn met name Prestoeplénië i nakazènië 1866 (Misdaad en straf), waarin de hoofdpersoon een moord pleegt om o.m. te bewijzen dat superieure mensen boven de wet staan, en Bratja Karamazowi 1879-'80 (De gebroeders Kazamazov), waarin de vrijheid van de mens t.o.v. God en de plaats van de kerk centraal staan. Ander werk o.a. Dvojnik 1846 (De dubbelganger), Zapiski iz mertvago doma 1859 (Doodenhuis), over zijn kampervaringen, Unischennye i oskorblennye 1861 (Vernederden en gekrenkten), Idioot 1868 (De idioot), Bjesy 1871-'27 (Demonen = Booze geesten) en Podrostok 1875 ( = De jongeling). Zijn roem bereikte een hoogtepunt met zijn rede bij de onthulling van het Poesjkinmonument (1880); hij noemde het Ruslands roeping de wereld tot christelijke broederschap te brengen.

< >