Een deel van een productie-installatie dat zelfstandig (ofwel onafhankelijk van de andere delen van de desbetreffende productie-installatie). kan worden ingezet voor het opwekken van elektriciteit.
In de artikelen 8 en 11, derde lid, van de Elektriciteitsrichtlijn wordt de term stroomproductie-eenheid gebruikt. Dit komt omdat deze artikelen gaan over de zogenoemde dispatch, de inschakeling van productie-eenheden; bij dit proces is de logische ‘eenheid’ dat deel van een productie-installatie dat zelfstandig in- of afgeschakeld kan worden, namelijk de stroomproductie-eenheid.
De term productie-installatie wordt daarentegen gebruikt in Hoofdstuk III (‘Productie’). van de Elektriciteitsrichtlijn. Er wordt gesproken van productie-installaties omdat het in dat hoofdstuk gaat om de bouw van installaties die elektriciteit kunnen opwekken.
In Nederland wordt stroomproductie-eenheid niet als zodanig gebruikt, maar wordt wel gesproken van een ‘productie-eenheid’; de Europese en de Nederlandse term lijken overeen te komen. De Europese term ‘productie-installatie’ wordt in Nederland omschreven als ‘installatie bestemd voor het opwekken van elektriciteit’. De in Nederland in slechts enkele gevallen gebruikte term productiemiddel valt tussen de Europese productie-installatie en stroomproductie-eenheid in.
In de Belgische wetgeving wordt deze term niet gedefinieerd.
Zie ook: productie-installatie.
Vergelijk: D: productie-eenheid, E: productie-eenheid, D: productiemiddel.