Een speciale regeling op grond van artikel 24 Elektriciteitsrichtlijn in verband met vóór de inwerkingtreding van de Elektriciteitsrichtlijn door een lidstaat verleende vergunningen die verplichtingen of garanties inzake werking inhouden die eventueel niet kunnen worden nagekomen vanwege de bepalingen van de Elektriciteitsrichtlijn.
De overgangsregeling is van beperkte duur en gebonden aan de datum waarop de hierboven bedoelde verplichtingen of garanties verstrijken. De overgangsregeling kan betrekking hebben op ontheffingen van de hoofdstukken IV (‘Transmissienetexploitatie’)., VI (‘Opstelling van gescheiden rekeningen en transparantie van de rekeningen’). en VII (‘Organisatie van de toegang tot het net’). van de Elektriciteitsrichtlijn (artikel 24, tweede lid, Elektriciteitsrichtlijn).
Aanvragen om een overgangsregeling moesten uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van de Elektriciteitsrichtlijn (dus uiterlijk 19 februari 1998). door de lidstaten aan de Europese Commissie zijn toegezonden (artikel 24, tweede lid, Elektriciteitsrichtlijn). De Commissie moet de lidstaten immers de overgangsregeling toekennen (artikel 24, eerste lid, Elektriciteitsrichtlijn).
De meeste lidstaten hebben aanvragen voor overgangsregelingen ingediend. Bij haar beschikkingen van 8 juli 1999 (1999/791/EG tot en met 1999/798/EG, PbEG 1999 L 319, pp. 1-52). heeft de Europese Commissie beslist op de aanvragen van de lidstaten. Het bleek dat er in slechts twee gevallen (Duitsland en Luxemburg). sprake was van een overgangsregeling als bedoeld in artikel 24 van de Elektriciteitsrichtlijn. In de overige gevallen hielden de voorgestelde regelingen immers geen ontheffing van de hoofdstukken IV, VI of VII in, maar betrof het in de meeste gevallen financiële compensatieregelingen. Deze regelingen zijn vervolgens door de Europese Commissie behandeld onder het staatssteunregime.
Zie ook: verplichtingen of garanties inzake werking.
