Ze drukken in graden Celsius uit in welke mate de mediaan buitentemperatuur van een dag
lager is dan een conventionele temperatuur. Hoe kouder het is in een bepaalde periode, hoe
hoger het aantal graaddagen. De mediaan buitentemperatuur is de maximumtemperatuur plus
de minimumtemperatuur gedurende de 24 uren van de dag, gedeeld door twee.
Meestal wordt deze verwarmingsdrempel op 15°C vastgelegd. In België heeft FIGAS geopteerd voor 16,5°C. Het Belgisch Koninklijk Meteorologisch Instituut kan de statistieken bezorgen ten opzichte van om het even welke referentietemperatuur.
De enige statistieken die op de Europese Commissie beschikbaar zijn, komen van de Algemene Directie voor Landbouw. Daar maakt men een onderscheid tussen de verwarmingsdrempel (15°C). en de referentietemperatuur (18°C). Bovendien wordt een gemiddelde temperatuur per decade berekend. De graaddagen van een decade zijn gelijk aan nul als de gemiddelde temperatuur van de decade (Tm). groter is of gelijk aan 15°C, anders zijn de graaddagen gelijk aan 18-Tm °C. Elke maand wordt onderverdeeld in drie decaden waarvan de twee eerste precies tien dagen tellen.