Een installatie bestemd voor gascompressie gebruikt voor:
a) het vervoeren van gas in pijpleidingen (transportstations).;
b) het overbrengen van gas van productievoorzieningen naar een pijpleiding (productiestations).;
c) het injecteren van gas uit een pijpleiding in een gasopslagvoorziening of omgekeerd (opslagstation).
Een station kan tijdelijk of beurtelings meer dan één van bovengenoemde functies vervullen (CEN/TC 234).
