Een aansluiting waarbij de elektrische energie aan de aangeslotene overgebracht wordt door drie (of vier, bij een aparte aarddraad). draden.
Tussen de wisselspanning en -stroom op de ene draad en die op een andere zit steeds een fasehoek van + of - 120°.
De aansluiting van middel- en grootverbruikers van elektriciteit is in de regel een driefasen-aansluiting.
Zie ook: aangeslotene, D: aansluiting.
Vergelijk: D: éénfase-aansluiting.