neemt men in een speciaal daarvoor uitgerust vertrek, waarin verwarmde stoom binnengeleid wordt. In de sauna wordt de stoom ter plaatse gemaakt door verhitte stenen te overgieten met koud water.
Het gaat dan echter om korte stoomstoten, terwijl de werking voornamelijk door droge hitte bewerkstelligd wordt. De sauna is dus geen stoombad in eigenlijke zin, maar neemt een middenpositie in. Bij het st. wordt met door waterdamp verzadigde of oververzadigde lucht gewerkt. De zitplaatsen lopen trapsgewijs op, zodat men door van het ene niveau naar het andere te gaan, zich in een hogere temperatuur kan begeven. In mogelijkheden voor overgieten met koud water, voetbaden, enz. tijdens en na het bad moet voorzien zijn. Energiek zweetdrijvend middel, temperatuur loopt op met 1-1½, stofwisseling neemt toe, huid wordt geprikkeld.
De werking wordt versterkt door koude overgietingen, afwrijven en masseren. Inspannend voor hart en bloedsomloop. Minder inspannend zijn de stoomkastbaden, omdat het hoofd dan niet aan de stoom blootgesteld is en bovendien kan worden gekoeld. Bevorderlijk voor uitleiden bij reuma, stofwisselingsziekten, vergiftigingen en voor ontvetting. Ongeschikt voor ziekten van hart en bloedsomloop, aderverkalking. Ter vervanging van stoomkastbaden kan men ook gebruik maken van Kneipp’s volledige dampbehandeling.