Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Puistjes

betekenis & definitie

(acne vulgaris). Huidziekte.

Meestal in het gezicht, daarnaast ook op borst en rug. Vermeerderde vorming van meeëters door verharden van de vermeerderde huidtalgvorming in de afvoerkanalen van de talgklieren. Stof uit de omgeving kleurt ze zwart. De meeëters ontsteken en vormen kleine, rode etterpuistjes. Kunnen openbreken en met een klein litteken genezen. In de puberteit wordt neiging tot acnevorming versterkt; neemt na het 30ste levensjaar weer af.

Samenhang met inwendige stofwisselingen samenspel der hormonen. Vergiftiging door medicamenten of door werkzaamheden met jodium of broom kan dergelijke verschijnselen doen optreden (jodium- of broomacne). Gelijksoortige uitslag komt voor als weefselbeschadigingen in chemische bedrijven door chloor- en teerdampen, bij het werken met teer, petroleum, oliën (olie-acne). Grondoorzaak is een te sterke talgontwikkeling, waardoor stuwing in de klieren optreedt. Behandeling: gezonde leef- en voedingswijze, zout- en specerij-arm voedsel, geen dierlijke vetten, zorgen voor voldoende stoelgang; dit zijn de fundamenten waarop de behandeling moet rusten. De huid reinigen met wateren alcalivrije zeep (Tölzerzeep, keratine-zeep, teerzwavelzeep, enz.), met verdunde hamamelistinctuur of een huidtonicum nawrijven.

Dagelijks of meerdere malen per week dampbaden voor het gezicht, leemkompressen, zonnebaden. Inwendig: bloedzuiverende kuren. Homeopathie: Sulfur D6, Jodium D6, Pulsatilla D4-6, Berberis aquifolia Dl, Rhus toxicodendron D4, Sepia D4-10. Biochemie: Silicea D6, Calcium phosphoricum D6, Calcium sulfuricum D6.