ontwikkelt zich in de regel eenzijdig uit de etterende amandelontsteking. Zwelling van de amandel en het omliggende weefsel.
Hinderlijk bij ademen en slikken, nasale spraak. Pijn bij slikken straalt uit naar het oor. Onaangename reuk uit de mond, beslagen tong. Geneest na doorbraak of opensnijden om de etter eruit te laten vloeien. Slaat vaak na genezing van de ene zijde naar de andere kant over. Sterke neiging tot terugkomen.
Behandeling: bedrust, vasten. Fenegriekomslagen om de aangetaste zijde. Dagelijks meerdere malen wassing van gehele lichaam tot het zweet uitbreekt. Gorgelen met fenegriek-klaverzaadthee, heermoesthee, kamillethee. Ontlasting door insnijden kan nodig zijn. Homeopathie: Baryum muriaticum D4, Hepar sulfuris D3, Calcium sulfuricum D3-6, Silicea D6-12. Biochemie: Magnesium phosphoricum D6, Silicea D6, Calcium sulfuricum D6.