blootstellen aan de kans, dat iets verloren gaat. De waagschaal is de weegschaal; vóór het wegen, weet men niet, hoe de uitslag zal zijn.
Later, toen men ’t woord waagschaal niet meer begreep, dacht men aan wagen: op het spel zetten, en zoo zeide men: zijn leven in de waagschaal stellen, d i. zijn leven wagen. Feitelijk bet. dit wagen óók wegen (= op de weegschaal zetten), als ’t ware om te zien of zijn krachten toereikend zijn.