— blijspel; comisch: vroolijk, grappig. Het Fransche woord is aan \ Lat. comoedia (spr. comeudia) ontleend en dit weer aan ’t Gr. koomoodia, dat op zijn beurt een samenstelling is van koomos en aeidein; ’t eerste lid bet.: een vroolijk feestmaal met muziek en dans, en 't tweede bet.: zingen (ook ode is er van afgeleid).
De comedie was nl. oorspr. een gezongen samenspraak, later een blijspel.