Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Sōbrĭus

betekenis & definitie

1. als toestand = nuchter, niet beschonken.

2. als eigenschap = niet aan de drank verslaafd, matig, ingetogen, vir, Cic., pocula, waarvan men niet dronken wordt, Tib., zo ook lympha, Tib., convictus, Tac. | overdr., schrander, verstandig, bezonnen, homo, orator, Cic., sobria (voorzichtig) ferre pedem, Ov.

< >