tra, trum, en sĕquestĕr, tris, tre,
1. adi., bemiddelend, pace sequestrā, door bemiddeling van enz., Verg.
2. subst., sĕquestĕr, tri en tris, m. tussenpersoon, onderhandelaar (die zich bij omkopingen enz. gebruiken laat): in ‘t bijz.. tussenpersoon of derde, bij wie een zaak, waarover getwist wordt, in bewaring wordt gegeven, nisi das sequestrum, Pl. | sĕquestrum, i, n. het deponeren van een betwiste zaak bij een derde, sequestro (dat.) deponere, bii een derde deponeren, Pl.