quācis,
1. gemakkelijk of snel volgend, volgzaam, equus, Ov., undae, elkaar verdringend, Verg., capreae, graag de wijnstokken aflopende, - af knagende, Verg., fumus, gemakkelijk overal doordringend, Verg., Latio (= Latinis) dant terga sequaci, achtervolgend, Verg.; fig., mores, Lucr., curae,de mensen overal vergezellend, Lucr.
2. overdr., buigzaam, toegevend, meegaand (van personen).