ae, f.
1. eig. en meton., gevecht (ook = tweegecht, en = vechtpartij), slag, treffen, p. equestris, Cic., pedestris, Verg., pugnam navalem facere, Nep., pugnam committere cum rege, leveren, Cic.; in ’t bijz., kampspel, wedstrijd (te Olympia). | meton., slagorde, p. media, centrum, Liv.; oorlog.
2. overdr., woordenstrijd enz.; poets, pugnam dare, een poets bakken, Ter.