Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Pendĕo

betekenis & definitie

pĕpendi (2);

1. eig., in ’t alg., hangen, af-, neerhangen, b.v. ab umero, Cic., ex arbore, Cic., de alcs collo, Ov., poët. c. abl., collo, Prop., tenui filo (fig.), Ov., in arbore, Cic., in cervice (aan de hals), Ov. | in ’t bijz., hangen, opgehangen zijn, pendebit fistula pinu, Verg., (van mensen) = opgehangen zijn, tu iam pendebis, Ter., of = zich opgehangen hebben, e trabe, Ov.; (van een gewaad) neergolven, apte, Ov.; boven het hoofd hangen, boven ons zweven, absol., Verg., super impia cervice, Hor., en zo ook = (overhangende) dreigen in te storten, nec opertum (litus) pendeat algā, Ov.; (in de lucht) hangen, zweven, pendenti similis, Curt., capellae pendent de rupe, Verg.; poët., (van hetgeen vliegt, vooral van vogels) = zweven, omhoog -, voortzweven; praegn., (van personen) = ergens hangen, blijven hangen, zich ophouden, in limine nostro, Verg., circa montem, Flor., en (poët., van lichaamsdelen) = slap -, mat neerhangen, fluidos pendere lacertos, Ov.
2. overdr., in ’t alg., p. ex of ab alcs ore, aan iemds mond hangen, Lucr., Verg., en zo absol., attentus et pendens (zeer gespannen), Plin. ep. | in ‘t bijz., poët., stilstaan, onvoltooid blijven, pendent opera interrupta, Verg.; weifelen, besluiteloos zijn (van personen enz.), absol., Cic., animo of animi (locativus), of (van meer dan een) animis, Cic., Liv., (poët. ook van zaken) = onbeslist -, onzeker -, twijfelachtig zijn, pendet belli fortuna, Ov.; (van zaken) = afhangen van, berusten op, aliunde, Cic., ex fortuna, Cic., rebus levissimis, Cic., in tabellis, Cic., van personen ook = iemd aanhangen, iemd zeer genegen zijn, de alqo, Hor.; afkomstig zijn -, afstammen -, uitgaan van, ex una origine, Ov., quum eius origo paterna a Numa Pompilio penderet, Eutr.; (van iemd) afhankelijk zijn = iemd als voorbeeld volgen, hinc omnis pendet Lucilius, Hor.

< >