ĭi, n. vrijheid van beroepsbezigheden, het niets doen, vrije tijd, rust, frui otio, Cic., habere of nancisci plus otii, Cic., persequi (zoeken) otium, Cic., se in otium referre, zich geheel uit het openbare leven terugtrekken, Cic., per otium, Liv., of otio, Phaedr., rustig, op zijn gemak. | vrije tijd (voor ander werk, vooral voor studie). litteratum, Cic.; plur. meton., otia mea, de vruchten van mijn vrije tijd (van gedichten). Ov. | de (politieke) rust, vrede, wapenstilstand, domesticum, Cic., urbanum, in de stad (tussen de standen), Liv., deducere rem ad otium, de zaak in der minne schikken, Caes., ab hoste of ab seditionibus urbanis otium fuit, van de kant van, met betrekking tot enz., Liv.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk