(Mīda), ae, m. zoon van Gordius, koning van Phrygië. Hij verkreeg van Bacchus, omdat hij de gevangen Silenus goed behandeld had, de vervulling van zijn dwaze wens, dat alles, wat hij aanraakte, in goud veranderd zou worden.
Omdat hij het afkeurde, dat Tmolus in een muzikale wedstrijd tussen Apollo en Pan aan Ap. de prijs toekende, kreeg hij ezelsoren.