Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Mergo

betekenis & definitie

mersi, mersum (3);

1. onder-, indompelen, doen zinken, in ’t alg., se in mari (van vogels), Cic., sub aequora Ov., sub aequore, Ov., aequore, Verg.; mediaal mergi, onderduiken, Ov., in 't bijz., (m. en z. in aquam) verdrinken, ook aquā languidā mergi, Liv. | (schepen) doen zinken, in de grond boren, in het pass. = zinken, vergaan, naves in alto, Liv., itaque mersa naves omnes destituit, Curt.
2. overdr., naar beneden -, ergens in laten zinken, ergens insteken, caput in terram effossam, Liv., mea viscera in sua, verslinden, Ov., mediaal mergi, van gesternten = ondergaan, Cat., Ov.; fig., storten, doen zinken, alqm malis, in het ongeluk, Verg., mergi in voluptates, Curt., mersus vino somnoque, beschonken en in diepe slaap gedompeld, Liv., usurae mergunt sortem, verslinden het kapitaal, Liv., mersus rebus secundis, overstelpt, Liv. | in ’t bijz., laten zakken = verbergen, suos in cortice vultus, Ov.

< >