ōrum, m. Italiaanse volksstam in Beneden-Italië, de Lucaniërs (ook meton. = het Lucaanse gebied).
Daarv. Lūcānus, Lucaans; Lūcānĭa, ae, f. Lucanië; Lūcānĭcus, Lucaans, subst., lucanica, ae, f. een soort van worst, Cic.; Lūca, ae, m. uit Lucanië, bos Luca, Lucaanse os (zo noemden de Romeinen de olifanten, die zij het eerst in Lucanië zagen), Lucr.
