Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Lĭno

betekenis & definitie

līvi en lēvi, lĭtum (3);

1. op iets smeren, opsmeren, -strijken.
2. (meestal bij dichters) besmeren, bestrijken, (wijn) met pek afsluiten, dichtlakken. | in ’t bijz., overtrekken, bedekken; (het op een wastafeltje geschrevene) uitstrijken; besmeren, bezoedelen.