(1);
1. eig., doen wankelen, schokken.
2. overdr., animum, Lucr., onus gravidi ventris, trachten af te drijven, Ov. | (in zijn bestaan) doen wankelen, schokken, ten val brengen, bijna te gronde richten, pass. labefactari, wankelen, Cic.; (in zijn gezindheid) aan het wankelen brengen.