dep. (1);
1. in een hinderlaag liggen, c. d a t., in een hinderlaag op iemd loeren, Caes.
2. overdr., loeren op, lagen leggen, strikken spannen, iets in het schild voeren tegen, het verzien hebben op, absol., Cic., c. d a t., Cic., tempori of temporibus, zich ten nutte trachten te maken, Liv.