Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Index

betekenis & definitie

ĭcis, c.

1. eig., (van mensen) aanwijzer, ontdekker; in ’t bijz., aangever, aanbrenger, verrader, spion.
2. overdr., (van zaken) aanwijzer, aanwijzing, kenteken, ontdekker, verrader, vand. digitus index, wijsvinger, Hor. | in ’t bijz., register, lijst, cataloog, korte inhoud; titel, opschrift: toetssteen.

< >