Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Făcĭlĭtās

betekenis & definitie

ātis, f.

1. subjectief, = vaardigheid, vlugheid, gemak. | geneigdheid, neiging, aanleg; meegaandheid, bereidwilligheid, voorkomendheid, minzaamheid, gemakkelijkheid in de omgang, populariteit; lichtvaardigheid, -zinnigheid.
2. objectief, = doenlijkheid, gemakkelijkheid, gemakkelijke bewerkstelliging, - behandeling.