extŭli
1. eig., op-, omhoogheffen, -richten.
2. overdr., animum of alqm, opbeuren, iemds gevoel van eigenwaarde verhogen, zich doen gevoelen, ook = overmoedig maken, animos, overmoedig worden, Cic., alci animos, iemd koen, ondernemend maken, Iust., se magis, zich meer gevoelen, Sall. | (door woorden) verheffen, prijzen, roemen (m. en z. verbis en dgl., Cic.); verfraaien; (wat macht, rang betreft) verheffen, verhogen. | uitstellen.